De Rode Winkel, een begrip op jeansgebied, gaf een veelzijdige opdracht: de steeg opnemen in de totale winkelbeleving, alle 6500 spijkerbroeken in zicht houden, veel paskamers, een bar, een naaiatelier én het damesassortiment vergroten. En dat alles met oog voor de geschiedenis van zowel pand als bedrijf. Om dit te realiseren moesten alle disciplines (interieurontwerper, architect, lichtontwerper, interieurbouwer) nauw samenwerken. Hoe laat je 6500 jeans zien zonder dat het donker en overheersend wordt? Hoe compenseer je al het daglicht vanuit de entree (binnen leek het al snel donker)?
De steeg zet de verhouding tussen binnen en buiten op scherp: de bezoeker wordt vanuit de steeg naar binnen gelokt, terwijl de Denimwereld en de Maison met de bar verschillen en tegelijkertijd een eenheid vormen.
Fotografie: Maarten Willemstein
Het resultaat is een transparant geheel met helder licht en zones met slimme zichtlijnen. De winkel heeft een eenvoudige belijning met de denimkast als statement: 32,5 meter kast - bijna 300 meter jeans! - en toch luchtig door zijn open structuur. Ook de paskamerspiegels zorgen voor ruimtelijkheid. De vormtaal in de Maison – Art Deco- en De Stijl-details - is geïnspireerd door de familie. Het verhoogde naaiatelier is een blikvanger die tegelijkertijd zorgt voor geborgenheid in de ruimte eronder.
Vernieuwend is het project in het samenbrengen van binnen en buiten, geschiedenis en heden, collectie en magazijn, hospitality en retail, daglicht en kunstlicht. Door de nauwgezette en afgewogen mix van disciplines, materialen, zichtlijnen en details is dit een succes geworden.