Het woonhuis ligt op een hoekkavel aan een markante laan in de karakteristieke jaren ’30 tuinwijk Den Elzent, gelegen tegen het centrum van Eindhoven. Aan de andere zijde grenst het kavel aan het natuurlijke landschap van het nabijgelegen Stadswandelpark.
Het oorspronkelijke woonhuis inclusief praktijkruimte is in 1949 ontworpen door architect Ir. C. Geenen. Nadien werd het woonhuis verschillende keren aangepast, oa tbv van de huisvesting van de zusters van t’ heilig hart van Jezus.
Het uitgangspunt van deze verbouwing was om het pand deels terug te brengen in oude staat en de begane grond uit te breiden waardoor extra comfort wordt toegevoegd aan het bestaande woonhuis en de woonvertrekken meer gericht konden worden op het Stadswandelpark en de intieme, besloten achtertuin.
Vanuit deze uitgangspunten is de nieuwbouw zo ontworpen dat de aansluiting met het bestaande huis en de omgeving de kwaliteit en mogelijkheden van het perceel op een vanzelfsprekende manier versterkt. Het bestaande gebouw is ontdaan van elementen die in de loop der jaren zijn toegevoegd en is in oude glorie hersteld. Verder zijn de bestaande aanbouw en een tuinmuur halverwege het perceel verwijderd waardoor er nieuwe mogelijkheden zijn ontstaan voor de paviljoenachtige opzet van de nieuwbouw. De markante boom, een rode Beuk, is hiermee als het ware van de voortuin naar de achtertuin verplaatst.
Een ander belangrijk uitgangspunt bij het ontwerp is de status van beschermd stadsgezicht van deze wijk. Om de aansluiting met de bestaande bouw te versterken is het travertin natuurstenen ornament in de dakrand van de bestaande villa geherinterpreteerd in de dakrand van de nieuwe uitbreiding.
De materialisatie van de uitbreiding bestaat uit een combinatie van bestaande materialen met moderne toepassingen. Naast de natuurstenen dakrand is een geglazuurde baksteen toegepast waarvan de kleur en het materiaal aansluit bij de bestaande bouw. De grote glasvlakken van de nieuwbouw dragen bij aan de naadloze overgang naar het terras en de tuin waarbij de vloeren en het plafond doorlopen van binnen naar buiten. Ook het opnemen van het bestaande landschap door inkepingen in het dakvlak versterkt het gevoel van de vanzelfsprekende overgangen bestaand/ nieuw en binnen/ buiten. De scheiding voltrekt zich geruisloos.
In het interieur spelen de hiërarchische opbouw van ruimten en de daarmee samenhangende zichtlijnen een belangrijke rol. De kleinere, opeenvolgende ruimtes in het bestaande huis zijn, daar waar nodig, opengemaakt en op andere plaatsen intiem gelaten. In de nieuwbouw zet dit ritme van lange zichtlijnen versus intieme verblijfsruimten zich voort. Er is veel aandacht besteed aan zorgvuldige detaillering en materialisatie. Functionele zaken als kasten, akoestische panelen, verlichting, nissen voor gordijnen en de volledige klimaatbeheersing zijn naadloos weggewerkt of gaan volledig op in de materialisatie van de woning.