Erfgoedwaarde:
We waren sinds enkele jaren vooraf aan de aankoop van dit pand op zoek naar zulke betaalbare sites in Antwerpen, waar niemand veel graten in zag gezien de staat van het gebouw(en) en/of de ligging van het project. Begin 2014 vonden we dit complex na het afspeuren van luchtfoto’s. De ‘klok’ achtige en grijs gecementeerde gevel sprong in het oog waarachter in onze dromen, maar ook uit professionele ervaring vast rood en zwart metselwerk zou zitten. Dit was liefde op het eerste zicht en de eigenaar werd gecontacteerd. De twee bezoeken ter plaatse, het aanzien van serieuze ingrepen tegen de originaliteit van het gebouw, het dichtgebouwde binnenplein, het ontdekken van een 600 planten tellende wietplantage in de ondergelopen kelder met bijhorende brandsporen in de voorbouw, een illustere garage waar met aan verzekeringsfraude deed, de tot de nok vol met rommel gestapelde verdiepingen en de leefkwaliteit in de illegaal onder-, onder- en onderverhuurde voorbouw ten spijt, werd de liefde versterkt. Een ‘projectje’ noemden we dat. We deden een bod en dit werd met de glimlach aanvaard. Het was duidelijk dat als we al deze zaken even wegdachten dat er potentie was om deze gebouwen in hun glorie te herstellen. Vertrekkende vanuit de geschiedenis van de buurt en de site zijn we begonnen met onze ideeën te laten rijpen. We lieten vooreerst uit volle interesse, want in 2060 betreft dit geen verplichting, een omstandig bouwhistorisch rapport opmaken door mevr. Cassiman. En waren zo fier op onze ‘barnfind’ dat we de dienst erfgoed meteen graag van een rondleiding voorzagen. Besluitend was het duidelijk dat deze vondst één der eerste en na ‘ontstoffing’ gaaf bewaarde pakhuizen zou zijn in deze toen moerassige buurt (het gebouw staat gefundeerd op houten palen; Amsterdamse methode zonder schuifhout). De buurt die gekend stond voor haar achterliggende pakhuizen in dienende rol voor de nabijgelegen historische haven (‘het eilandje’).
Startend met de conceptie van de verbouwing moet het kind een naam hebben. Dit werd pakhuis ’t Glorie, genaamd naar één van de eerste en langst gebruikende eigenaars nl. Raymond Glorie, die hier een (jute) zakkenklopperij had.

Meerwaarde voor het erfgoed:
Inzake zulk industrieel erfgoed dat niet beschermd of geïnventariseerd is, is onze aanpak een gezonde mix tussen ‘romantisch’ (excuus voor het woordgebruik) en ‘pragmatisch’. Deze extremen werden in dit project beiden ten volle uitgewerkt. Grijs (gecementeerd) bestaat niet.
Romantisch: De niet te omschrijven liefde voor erfgoed bracht ons erbij om, kort gezegd, verschillende onderzoeken ter plaatse te houden naar steensoort, voegmortel, houtsoort, funderingswijze,... Verschillende methoden werden onderzocht; stalen werden gezet om het beste origineel resultaat te verkrijgen voor de houten constructie en de metselwerk muren. Ontbrekende houten delen werden met het nodige vakmanschap van de aannemers toegevoegd. Voor het ontbrekende zwarte metselwerk werd het een maandenlange zoektocht naar een identieke recuperatiesteen. Het uiteindelijke herstelde beeld van de voorgevel van het pakhuis geeft ook weer hoe men destijds ook een architecturaal, karaktervol gezicht wou geven aan de eenvoudige pakhuisfunctie. Het interieurbeeld, een rigide ritmische herhaling van traveeën (3m) bestaande uit een moerbalk, dwars kinderbalken, plankenvloeren, alles ondersteund door houten kolommen met schuine staanders was typisch voor dit pakhuis. We wilden dit beeld behouden. In het nieuwe ontwerp is er dan ook geen enkele binnenwand geplaatst. Dit resulteert soms in ludieke elementen, zoals een full option toiletpot in een oude garderobekast. Het uitgevoerde ontwerp volgt volledig de morfologie, het ritme en de tektoniek en zelfs de sfeer en ziel van het gebouw. Hoe wonen en werken in een origineel pakhuis kan zonder opmerkelijke renovatie. Het is wat het was.
Pragmatisch:
Het pakhuis is zoals aangehaald zeer pragmatisch opgebouwd, het gebouw kan zoals de naamgeving het doet vermoeden ook wel wat functies aan. Echter ter reconversie tot een nieuwe kantoor- en woonfunctie dienen er wel aanpassingen voorzien te worden. Deze gaan in de geest mee met het romantisch herstelidee, maar gaan soms verder. Vloeren werden bijvoorbeeld ontdubbeld om overal vloerverwarming te voorzien. De afwerkvloer bestaat uit een nieuw-oud parket. Het niet geoefende oog ziet geen verschil met de gevonden toestand. Elektrische bedrading werd in de voegen gelegd van het zichtbare metselwerk. Het uitgebreide net aan standleidingen werd industrieel in beeld gelaten. (Noch wanden, noch schachten). Het schrijnwerk werd aangepast naar vereenvoudigd hedendaags model. Een dakaanpassing werd uitgevoerd om meer natuurlijk licht binnen te halen en het gebrek aan een trap werd opgevangen door de eenvoudigst denkbare natuurstalen trap. Alles zeer pragmatisch om geen afbreuk te doen aan de eenvoud van de functie pakhuis en diens zeer eenvoudige maar daardoor verfijnde afwerking. De nieuwe functies lopen op haast natuurlijke wijze in elkaar. Het was wat het is.
Maatschappelijke relevantie:
De maatschappelijke relevantie kent velerlei aspecten:
Deze verbouwing laat zien dat men op doordachte wijze én economisch haalbaar een pand kan redden. Het gebruik van bijzondere restauratietechnieken in combinatie met hedendaagse architecturale elementen is noemenswaardig.
Dit pand in het bijzonder is gelegen in de Seefhoek, waar investeren in vastgoed om enkel de buurt op te fleuren niet de belangrijkste bezigheid is.
Voorbeeldfunctie:
We wonen en werken in pakhuis ’t Glorie. Maar we hebben dit vastgoed ook verworven om dit pand in de openbaarheid te brengen. Het is een pakhuis en zoals reeds aangehaald kan het verscheidene functies aan. We hebben dan ook een nieuwe vennootschap (nog in de kinderschoenen) opgericht rond dit gebouw nl. Glorie.today (www.glorie.today) We willen met dit gebouw een podium geven aan diverse culturele initiatieven die ons, naast architectuur, ook nauw aan het hart liggen. We denken aan kunsttentoonstellingen, lezingen, muziekvoorstellingen, cinema, kookworkshops, modeshows… of liefst combinaties van voorgaande. Zodoende helpen we de industriële architectuur in de Seefhoek mee op de kaart te zetten maar verruimen we ook het maatschappelijke doel van ons Pakhuis ’t Glorie.