Directeur Henk Scholten was op zoek naar ‘beweging’. Het TIN moest meer in beweging komen, met de beweging van de tijd meegaan en beweging in de theatersector initiëren. Dit moest tot uitdrukking komen in het interieur. Groenier en Rapaport begonnen met het maken van een spectaculaire trap. Door middel van de vormgeving en de schuine en elkaar overlappende vlakken aan de wand ernaast heeft deze een buitengewoon wervelend uiterlijk, dat bezoekers de mediatheek binnenleidt. Boven gekomen zet de beweging zich voort in de glooiende vormen van de wand die de publieksruimte scheidt van de mediatheek.
Dialoog met toneelteksten
Rapaport en Gronier wilden het specifieke karakter van de mediatheek zichtbaar maken door de teksten, anders opgesloten in boeken, zichtbaar te maken. Ze keerden de boeken binnenstebuiten en lieten de bladspiegels van theaterstukken, van William Shakespeare tot Maria Goos, op roestvast stalen platen van 40 bij 60 cm drukken, die samen de glooiende wanden van de entree en de bar van de mediatheek vormen. Deze leesbare muren geven tegenwoordigheid aan aloude en splinternieuwe teksten. Zo ontstaat er direct een ‘dialoog’ tussen de bezoeker van de mediatheek en de collectie.
Daarnaast roepen de met de hand beschilderde achterdoeken naar ontwerpen van kunstenaars als Picasso, Hockney en Bibiena verschillende tijden en sferen op. Gezeten op de rode banken naast de ramen, die tot op de grond doorlopen, heb je zowel contact met de Sarphatistraat als, via het spiegelende tafelvlak, met de theaterdoeken aan het plafond die je een andere wereld binnen zuigen.
Mise-en-scène
De beleving van de mediatheek is, kortom, nauw geregisseerd. TIN-directeur Henk Scholten heeft met regisseur en theatervormgever Groenier en (licht)ontwerper Rapaport een uitstekende cast gekozen om zijn visitekaartje te ontwerpen. De theatervormgevers maakten een mise-en-scène, die vergelijkbaar is met een theaterbezoek. Hier waan je je zowel toeschouwer als speler.