FC Hoensbroek is een groeiende vereniging met circa vijfhonderd actieve leden. Onlangs vond de verhuizing plaats naar een nieuw sportpark, waar twee kunstgrasvelden en een nog aan te leggen natuurgrasveld zijn gegroepeerd rond een taps toelopend stuk grond.
Studenten
Erik Moederscheim en Ruud Moonen, beide nog bezig met hun studie architectuur en bedrijfskunde maar afgestudeerd aan de HTS in Heerlen, kozen deze locatie als plek voor het nieuwe clubhuis.
Het bescheiden programma bestond uit een aantal kleedkamers, een kantine en een vergaderkamer voor het bestuur. De geijkte oplossing is om de kleedkamers in een apart volume onder te brengen naast de kantine, ook wordt de kantine wel bovenop de kleedkamers gelegd. Beide scenario’s stuiten echter op bezwaren. Het eerste vergt een groter bebouwingsoppervlak, terwijl bij het tweede de grote afstand tussen de kantine en de sportvelden een bezwaar is.
Ondergronds
Voor het clubhuis in Hoensbroek kozen de ontwerpers ervoor om het niet-representatieve deel van het programma –de kleedkamers, het materiaalhok en de EHBO ruimte– ondergronds te leggen en de kantine en de bestuurskamer daar bovenop te plaatsen. Doordat de begane grond 60 centimeter is opgetild bieden het terras en de kantine uitzicht over beide hoofdvelden. Het vele glas maakt het gebouw transparant en voorkomt dat het een visueel obstakel wordt. Bovendien is 60 centimeter de maximale hoogte waarop een terras niet met een balustrade hoeft te worden uitgerust.
Het volledige artikel verscheen eerder in de Architect, nummer 3, 2007, p68-69.