Nederlands Spoorwegmuseum

Het nieuwe SpoorwegMuseum is gerealiseerd achter het Maliebaanstation in het hart van Utrecht. Er is veel aandacht besteed aan de relatie tussen museum en omgeving. Het gebouw heeft een industriëel karakter dat aansluit bij het bestaande spoorlandschap. De bezoeker van het nieuwe Spoorwegmuseum wordt uitgenodigd om op verrassende wijze een reis te maken door de hoogtepunten van de spoorgeschiedenis.

Museum in de stad | Het Spoorwegmuseum ligt midden in de stad Utrecht. Dit terrein wordt doorsneden door een spoorlijn in twee delen met elk een heel eigen karakter. De Noordzijde is monumentaal en de Zuidzijde is industriëel van karakter. Aan de kant van de Maliesingel ligt het monumentale Maliebaanstation aan een prachtig plein omzoomt door statige bomen. Het Maliebaanstation wordt de poort naar het Spoorwegmuseum. Aan de andere kant van het spoor komt het nieuwe museumgebouw. Hier waren vroeger de rangeerterreinen en de werkplaatsen van de NS gesitueerd te midden van een voormalige arbeiderswijk. Het nieuwe gebouw heeft een industriëel karakter dat aansluit bij het bestaande spoorlandschap. In dit spoorlandschap krijgen publieke functies een plek: een terras, een speelterrein voor kinderen, een picknickveld, een labyrint met oude stationsbeelden, de draaischijf en de populaire jumbo-express. Er is gestreefd naar een sprekend ontwerp dat herkenbaar is als Spoorwegmuseum en bovendien een goede interactie tussen museum en de omgeving mogelijk maakt. Dit laatste wordt bereikt door bepaalde delen van de gevel met glas in te vullen. De bezoekers van het museum kunnen het buitenterrein en de omgeving zien. En de passanten en buurtbewoners kunnen het museum inkijken. 

Een werkplaats en een verzameling loodsen | Het museum wordt gebouwd als een moderne variant van de negentiende eeuwse spoorwerkplaats: een industriële kathedraal van staal en glas ingevuld met metselwerk. De werkplaats is gebouwd rond drie grote loodsen die dwars door het dak heen steken: de zogenaamde werelden. Het museum is geen keurig gebouw met zalen en een strakke vloer, maar een ruige en robuuste hal vol met treinen, machines, gereedschap, enz. Het gebouw lijkt in de loop van de eeuwen gegroeid en steeds weer opnieuw aangepast. Onder het gigantische dak van de werkplaats staan verschillende kleinere gebouwen: een gebouw voor de overslag van goederen met laad-en los perrons, een electrici-teitscentrale, een opslaggebouw en allerelei rudimenten van wat hier ooit moet zijn geweest: oude kolommen, een smeerput en oude spoortracés. De stoomlocomotieven en treinen rijden door de 5 meter hoge deuren in de achtergevel de werkplaats binnen. Eén spoorlijn loopt dwars door het gebouw: aan de voorzijde ligt de draai-schijf met de locloodsen.

Programma | Het gebouw biedt ruimte aan de volgende functies: Een grote hal voor de collectie van oude locomotieven en rijtuigen. Expositie- en depotruimten voor de overige collecties van het museum met aan het spoor gerelateerde zaken: postzegels, affiches, kleding, modelspoorbanen en vele andere artefacten. De drie werelden zijn grote studio’s waarin een deel van de collectie op een realistische en dynamische manier in een decor beleefd kan worden. In elke studio wordt een andere periode van de treingeschiedenis weergegeven. Verder zijn er publieke ruimtes als een evenementenzaal, een restaurant, een bibliotheek en een winkel. Tot slot is er plaats voor de ondersteunende diensten van het museum: kantoren, personeel, techniek, etc.

Structuur en materialisering | De gevels van de werkplaats zijn opgebouwd uit een thermisch verzinkte stalen frame ingevuld met metselwerk in dikformaat. De transparante delen zijn uitgevoerd in antracietgrijze aluminium kozijnen. De studio’s zijn dichte volumes zonder ramen en hebben elk een verschillende afwer-king: zwart geteerde houten planken, gefelsde koperplaten en gegalvaniseerde golfplaat. De werkplaats is een grote hal met een stalen constructie. Centraal in de hal loopt de hoofdligger die gedragen wordt door kolommen die zich als bomen vertakken. Deze hoofdligger in de vorm van een driehoeksspant is de constructieve ruggegraat van het gebouw waar kleinere vakwerkspanten als ribben aanhangen. De constructie heeft de karakteristieke groene kleur die we kennen van spoorbruggen en seinpalen. De hoofdligger is gecombineerd met een lichtstraat en een loopbrug die eronder hangt en is uitgevoerd in thermisch verzinkt staal. De wanden van de werkplaats zijn uitgevoerd in prefab betonnen platen. De vloer in de werkplaats is bestraat alsof het een buitenruimte betreft: betonnen stelconplaten en gebakken klinkers in combinatie met straatspoor en betonnen perrons. Het gebouw wordt met behulp van decors ingericht en afgewerkt.

Museaal Concept | Het Spoorwegmuseum presenteerde in het voorjaar van 2005 onder een vertrouwde naam een geheel nieuwe museumformule. Een formule waarin attractie en educatie hand in hand gaan. In de negentiende eeuw noemde men het station ook wel “de poort naar de wereld”. Dit geeft duidelijk aan hoe het station vroeger ervaren werd. Het is het beginpunt van een reis; de weg naar verre bestemmingen start hier. De bezoeker van het nieuwe Spoorwegmuseum wordt dan ook uitgenodigd om op een verrassende manier een reis te maken door de hoogtepunten van de spoorgeschiedenis. Vier verschillende werelden vertegenwoordigen een periode en zijn gekozen om hun belang voor de spoorgeschiedenis in historisch, maatschappelijk, romantisch of technologisch opzicht. De vijfde wereld vertegenwoordigt geen tijdsspanne, maar zal het belang van het bewaren verduidelijken.