Vanaf de entree loopt de vloer in een spiraal omhoog waarbij er een maximale overstek van 14 meter wordt gemaakt. Het verdiepingshoge vakwerk dat dit mogelijk maakt bestaat behalve uit een conventionele staalconstructie uit onbewerkte eiken stammen die zijn ingezet voor het opvangen van de drukkrachten. Een zwerfkei draagt bij aan het scheiden van twee constructiedelen.
De vaste inrichting van het paviljoen wordt gekenmerkt door een aantal opmerkelijke en innovatieve elementen. De vloeren zijn bedekt met een gietvloer waar schijven van acacia stammetjes zijn ingelegd. Het plafond is een bladerdak van duizenden, brandwerend gecoate, berkentriplex lamellen. Deze zijn met gestanste gaten opgehangen aan een stalen netwerk. Het wat avontuurlijke karakter van het interieur met boomstammen en keien zet zich door tot in de toiletten in de kelder. De achterwand van de toiletten zijn van gekleurd glas waar het licht doorheen schijnt totdat de plafondhoge eikenhouten deuren sluiten. De wasbakken zijn kuilen in een massieve betonnen plaat.
Dit project is ontworpen bij de architectengroep.
Project credits > architect > de architectengroep rijnboutt ruijssenaars hendriks van gameren mastenbroek bv, ontwerp > Bjarne Mastenbroek, medewerkers > Geert Vennix, Alexandra Bonazzi, Willmar Groenendijk, Mark Sloof, Pien Linssen, Michael Davis, opdrachtgever > Vereniging Natuurmonumenten ’s-Gravezand, aannemer > BAM utiliteitsbouw Arnhem, Foto's > Christian Richters