Aqualectra

In april 2010 werd er een prijsvraag uitgeschreven voor deze locatie met als één van de belangrijkste kaders de ontwikkeling zo duurzaam mogelijk te realiseren. De opdrachtgevers zien het als hun maatschappelijke taak hierin een voorbeeldfunctie te vervullen. De uitgangspunten waren de informele locale maatschappij (het Krioyo-gevoel) en de culturele stamboom. En als derde uitgangspunt 'resilience' (veerkracht).

In 2005 sloot de Amstel Bright fabriek de deuren, waarna het 'bright effect' alleen nog maar van de zon kwam, een locatie achterlatend welke van eiland naar schiereiland was gegroeid en waarbij veel locale flora en fauna was aangetast. Het was een opslag- en werkeiland en niet toegankelijk voor passanten. In april 2010 werd er een prijsvraag uitgeschreven voor deze locatie met als programma Aqualectra, UTS en eventueel nog een derde gebouw, met als één van de belangrijkste kaders de ontwikkeling zo duurzaam mogelijk te realiseren. De opdrachtgevers zien het als hun maatschappelijke taak hierin een voorbeeldfunctie te vervullen. De uitgangspunten waren de informele locale maatschappij (het Krioyo-gevoel) en de culturele stamboom, welke begint bij het Braziliaanse modernisme. Deze architectuurstroming bereikte via architect Ben Smit in de jaren vijftig en zestig Curaçao. En als derde uitgangspunt de 'resilience' (veerkracht), wat wil zeggen geen grenzen afbakenen maar verbindingen maken.

De situatie en positie van de gebouwen is bepaald door het stedebouwkundig ontwerp. Deze vormt de wortels van waaruit de gebouwen ontstaan. Het schiereiland wordt weer terug gebracht naar een eiland. Dit betekent het vergroten en versterken van de mangrove zones welke een belangrijke rol spelen in de maritieme biotoop. De toegankelijkheid van het eiland wordt gerealiseerd door een verbinding met een voetgangersbrug richting Salina, om zodoende een verbinding te slaan tussen het eiland, het openbaar vervoer en de voorzieningen. Hierdoor wordt het autogebruik tussen de middag minder vanzelfsprekend. Dit betekent ook dat de toegankelijkheid naar het eiland wordt vergroot en eventueel zelfs versterkt kan worden door maatschappelijke functies.

Uitgangspunten in het stedebouwkundig ontwerp zijn verder:

- Ontwerpen op zon/schaduw

- Ontwerpen op de wind

- Gebruik maken van de luchtvochtigheid

- Het opvangen van grijs water en het biologisch filteren hiervan (met helofyten)

Op het eiland wordt ingezet op de locale flora, waarbij vooral ook locale fruitbomen worden toegepast. Het parkeren zal plaatsvinden op lichtgekleurd asfalt, zodat de zonnestraling gereflecteerd wordt en er geen hittestress ontstaat. De route over het eiland bestaat uit een serie ontmoetingspleinen, verbonden door een schaduwloop. De verlichting van het eiland zal uit LED-verlichting bestaan, evenals de decoratieve verlichting.

De gebouwen spelen in op de verschillende zichtlijnen, tafereel verschuivingen en schaalmarkeringen, waardoor ze elkaar versterken en een vanzelfsprekend verhaal ontstaat. De vormgeving van de gebouwen wordt sterk bepaald door de oriëntatie op de zon, schaduw, wind en water. Dit bepaalt de mate van overstekken of de invulling van de filigraanconstructie, waarbij schaduw, het creëren van luchtwervelingen en het vermijden van directe zonnestraling bepalend zijn. De overstekken worden ingericht op het oosten als terrassen (pariba di kas) of als 'hangende' tuinen. Het dakvlak wordt met wit reflecterend materiaal bekleed en met zonnebuizen uitgevoerd.

De totale organisatie en inrichting van de gebouwen staat symbool voor de informele ontmoeting. Beide organisaties komen van tientallen verschillende plekken samen in deze twee gebouwen. Hierbij moet deze informele opzet het gezamenlijkheidsgevoel versterken.In het hart van elk gebouw is een atrium voorzien. Dit atrium vormt een informele ontmoetingsplek voor de gebruikers van het gebouw. De beplanting in het atrium zuivert bovendien de lucht en maakt het mogelijk de koude lucht te hergebruiken.

De plattegrond is gebaseerd op een U waarbij in de open ruimte het atrium is gesitueerd en de ontmoetingsplekken als de kitchenette en vergaderruimten. De open zijde van de U zorgt ook voor toevoeging van licht aan het atrium. De U draait per laag een kwartslag en verspringt in zijn geheel een stramien. Hierdoor ontstaan de grote sprongen in de gevel en creëer je de buitenruimte op de verdiepingen. Dus op iedere verdieping eindigt de open zijde van de U in een buitenruimte. Dit concept is bij het UTS gebouw toegepast, maar ook bij het Aqualectra gebouw, maar dan als twee afzonderlijke U's die ieder op zich omhoog draaien. Een leuk detail is dat de plattegrond in een U vorm veel voorkomt in de stadsvilla's uit de 19de eeuw in de wijk Scharloo, die tegenwoordig veel als kantoor gebruikt worden. Het dak boven het open middendeel van de U is opgetild om zo het licht in het atrium te krijgen. Er is bewust voor gekozen om het licht horizontaal naar binnen te laten komen en niet verticaal (rechtstreeks via het dak) om zo de warmtelast te beperken.

Op het eiland wordt een binnentemperatuur van 18 graden als luxe gezien. Door het grote temperatuurverschil met buiten is dit geen duurzame of gezonde oplossing. OeverZaaijerLyongo heeft daarom gekozen voor een binnentemperatuur van 22 graden. Door gebruik te maken van overstekken en zonwering, aangevuld met isolatie en betonkernactivering, is uiteindelijk maar een kleine luchtbehandelinginstallatie nodig. De bureaus mikken op een LEED Platinum-score.

De beide gebouwen zijn compact en flexibel opgezet, waarbij diverse inrichtingsthema's gerealiseerd kunnen worden en de gebouwen functioneel toekomstbestendig zijn. De gehele materialisatie en bouw zullen met locale materialen en locale kennis en vakmanschap worden gerealiseerd. Daarnaast zal door middel van symposia op de universiteit van Curaçao kennis gedeeld worden, zodat ook in het kader van bewustzijnsvorming en werkgelegenheid het project een grote rol zal spelen.