Avetrana is een kleine stad in de ‘hak’ in het zuidoosten van Italië. Het is een plek met een lange geschiedenis, getuige de vele monumenten zoals het kasteel uit de 13e eeuw. De opgave was om van een bestaande woning aan een rustige straat in het centrum twee eigentijdse huizen te maken.
Licht & ruimte
NAUTU architecture & research ging de uitdaging aan en ontwierp een project met de naam Arch Exercise nr. 1. Het is een ontwerp voor een dubbel woonhuis met een opbouw volgens het traditionele lokale schema voor een rijwoning: gesloten naar de straat en open naar de tuin. De opdrachtgevers wensten meer openheid en dus is de oorspronkelijke hokkerigheid vermeden. De centrale ruimtes kregen weinig licht, doordat ze ver van de twee gevels gelegen zijn. In het nieuwe ontwerp is dit aangepakt. De interne stromen en doorzichten zijn versterkt door het behouden van de oorspronkelijke opeenvolging van ruimtes. Belangrijk onderdeel zijn de gewelfde plafonds van alle kamers op de begane grond.
Onder de bogen
De boog is opgevat als een leidend thema voor de renovatie. De façade aan de straatzijde toont een collage van boogvormige openingen in verschillende afmetingen. Het meest kenmerkende is een grote boog die half verdiept in het geveloppervlak is aangebracht. Hoewel in het oog springend, lijkt het goed in de gevelrij te passen.
In het interieur is het boogarchetype, dat in het bestaande plafond al aanwezig was, gebruikt om openheid en een koppeling van ruimtes te creëren. De doorbraken uitgevoerd als bogen verschillen in grootte. Soms zijn het meer interne ramen, soms zijn het doorgangen die ruimtes fysiek met elkaar verbinden en in elkaar laten overlopen. De bogen maken de wanden lichter van constructie en maken doorkijkjes mogelijk. De woning is hierdoor open en luchtig van opzet, met ruimtes die baden in het zonlicht.
Op en top Italiaans
Van de traditioneel Italiaanse materialen zijn niet veel verschillende soorten gebruikt, wat een ingetogen beeld oplevert. De wanden en plafond zijn voorzien van een witte stuclaag, zowel binnen als buiten. Op de vloer is ‘coccio pesto’ toegepast, een materiaal dat al in de Romeinse tijd werd gebruikt, een mix van lokale hydraulische mortel en terracotta korrels. Deze mix wordt in het werk gestort en doet denken aan terrazzo, maar dan met terracotta in plaats van marmer.
De overige oppervlakken zoals de trappen en de vensterbanken, zijn bekleed met Italiaans travertin. De steen is deels onbehandeld gelaten en deels voorzien van een transparante hars om het bijzondere karakter van de steen te benadrukken. Het eindresultaat is een ontwerp met een rustieke en sobere atmosfeer. Traditionele materialen en een traditionele vormentaal zijn samengevoegd tot eigentijdse woning.