Na het verdwijnen van de hopteelt is de schuur enige tijd in gebruik geweest als koestal, daarna volgde een periode van leegstand; onderhoud werd achterwege gelaten.
Door lekkages en stormschade verkeerde het rijksmonumentale houten bouwwerk in een zeer deplorabele toestand. In overleg met de bevoegde instanties werd in 2004 gekozen voor herbouw met -waar mogelijk- hergebruik van oude constructie-onderdelen. Het houtskelet bestaande uit ankerbalk- en dekbalkgebinten is geheel op authentieke wijze vernieuwd. Hiervoor is gebruik gemaakt van douglasspar van geselecteerde bomen van het landgoed, die na droging verwerkt zijn. De gevels zijn uitgevoerd als potdekselwerk van eveneens van Den Treek afkomstige larix. De ventilatievoorzieningen van de schuur bestonden uit beweegbare schoepen in het potdekselwerk. Achter de functionerende ventilatieschoepen zijn nu glaskozijnen aangebracht.
Thans is de schuur ingericht als overnachtingsruimte voor de aandeelhouders van het landgoed.