Stedenbouwkundig is het kleinschalige karakter van de omgeving als uitgangspunt genomen. Het programma is geleed in diverse bouwdelen en kleinere volumes zijn voor grotere geplaatst om zo een overgang te maken naar de omgeving, het naastliggende karakteristieke gemeentehuis vormde hierbij een direct referentiebeeld. De gemeenschappelijke hoven zijn naar buiten toe gericht en verbonden aan de openbare ruimte. Aan de oost- en westzijde van het complex manifesteren drie kleinere appartementenblokken zich als zelfstandige woonvilla’s.
Een parkeerstrook en een Zeeuwse (gemengde) haag dienen als buffer tegenover de bestaande vrijstaande villa’s aan de Dwarsweg. Het parkeren en een deel van het zorgprogramma zijn half verdiept aangelegd om het volume bovengronds te beperken. Omdat ook de ingang van de stallinggarage en de expeditie van de keuken half verdiept liggen wordt de impact hiervan geminimaliseerd.
Halfverhoogd op dit parkeerdek liggen de beschermde buitenterrassen voor de kleinschalige woongroepen. Zadelkappen met overstekken sluiten aan bij de traditionele omgeving en houden alle installaties buiten het zicht. Tot slot draagt de materialisering in warme terracotta baksteen gecombineerd met witgeschilderd metselwerk en antraciet leipannen bij aan een gedifferentieerde beleving van een omvangrijk complex.