Toelichting OPERA Amsterdam | Beeld Thijs Wolzak en Mike Bink, forget-me-nots (hoofdfoto)
Een van de belangrijkste doelstellingen van de tentoonstelling is het ontmenselijken van de slachtoffers. Meestal worden grote gebaren gebruikt om de massaliteit van de slachtoffers te tonen. Wij gebruiken ze om de anti-Joodse maatregelen in meterslang ‘misdaadbehang’ weer te geven. Meestal wordt kunst gebruikt om horror te abstraheren. We gebruiken het om de slachtoffers menselijker te maken. Via theatrale installaties presenteren we de 'vergeet-mij-nietjes', persoonlijke verhalen die de slachtoffers menselijk maken. Elk verhaal herinnert ons eraan dat elk slachtoffer een mens was met een leven en een verhaal te vertellen.
De tentoonstellingsontwerpers werkten nauw samen met Office Winhov om de architectonische integriteit en historische betekenis van beide gebouwen, die van het grootste belang zijn als dragers van het verhaal, te behouden.
Samen met de architect hebben we geprobeerd een licht en transparant museum te creëren waar de geschiedenis aan het daglicht wordt gebracht. Afwijkend van de bekende, zware en donkergekleurde ontwerpen, creëerden we een omgeving waarin de complexe onderwerpen die werden onderzocht, konden worden gehuisvest.
Het doel was om een licht gebouw te creëren. Hiervoor werd voor de kaders en plinten licht getextureerd hout gebruikt met grijs gelakt staal, passend bij de gebouwkleuren. Extra kleur was minimaal om de objecten beter te accentueren. Een uitzondering werd gemaakt voor de ‘vergeet-mij-nietjes’, waar warmte uitstraalde naar de levens van de slachtoffers. Lightboxen die voor tekst en afbeeldingen werden gebruikt, versterkten het gevoel van lichtheid. Het ingetogen palet en materiaalgebruik creëerden een rustige omgeving voor de complexe onderwerpen.
Zodra de duurzaamheid van de gebruikte materialen is geverifieerd, is het van cruciaal belang dat de levensduur en het geschikte gebruik van tentoonstellingselementen worden gegarandeerd. De levensduur van meubelvitrines en andere beurselementen is essentieel voor duurzaam werken. Ook bouwmethoden spelen een belangrijke rol. Door de eenvoudige vervanging van beschadigde onderdelen mogelijk te maken, wordt gegarandeerd dat de tentoonstelling er tot ver in de toekomst op zijn best zal blijven uitzien, waarbij alleen bijgewerkte inhoud nodig is om actueel en relevant te blijven. Publieksbetrokkenheid speelde een rol bij de ontwikkeling van de tentoonstelling.
Er werden verschillende doelgroepen geraadpleegd om de aansluiting bij de verwachtingen van de bezoekers te bevestigen. Het aanspreken van verschillende zintuigen was van cruciaal belang om de breedste mensen te bereiken. De inhoud is zo geschreven dat de hoeveelheid en de toon de bezoekers niet zouden overweldigen. Het verhaal weerspiegelde ook verschillende perspectieven: blinden, gehandicapten, het Caribisch gebied, Sinti en Roma. Fysieke toegankelijkheid zorgde ervoor dat bezoekers zich vrij konden bewegen en konden rusten wanneer dat nodig was.
De betekenis van de locatie bij het vertellen van het verhaal is diepgaand. De tentoonstelling is gestructureerd op de Gr Fl om de geschiedenis te vertellen waar het gebeurde. In de Kweekschool observeren bezoekers de tuin en lezen ze verhalen over kinderen die uit de crèche over de muur worden getild en ongezien worden vervoerd dankzij de nabijgelegen tramhalte. De rol van de Shouburg als deportatiecentrum wordt benadrukt door muren versierd met halfglazen bollen met daarin verluchte portretten van joden die door de Schouwburg trokken.