ARC24: REM CHEZ NOËL, Amsterdam - Bruno Vermeersch

Noël Loozen, bevriend filmmaker, fotograaf en fantast stelde me voor de opgave om met een beperkt budget (10.000 euro) een gastenkamer te ontwerpen en te bouwen die hij bovendien bij vertrek kon ontmantelen en meenemen. Ik nam het experiment ter harte. Op mijn beurt daagde ik Noël uit met het gedachtegoed van Rem Koolhaas (*), schuivende muren, dicht, open of half-transparante wanden, wapperende gordijnen. Noël, liefhebber van het nodige drama, was ervoor te vinden: REM CHEZ NOËL was geboren.

Toelichting Bruno Vermeersch | Beeld REM CHEZ NOËL / Jeroen Musch

Ontwerpen naar een materiaalstroom en beperkt budget zijn twee aspecten die elkaar onderling uitdagen, maar als je het goed doet tevens de oplossing voor elkaar zijn. REM CHEZ NOËL start dan ook niet bij een vorm of concept, maar vanuit de vraag: met welke materialen kan ik binnen de financiële grenzen een gebouw met karakter maken. Op één tekening na, kende het project enkel de taal van de maquette. Eerst schaal 1 op 25, met een uitwerking op ware grote: het eindresultaat.

Diverse disciplines zijn ondergebracht in het bouwteam (ik besteed projecten niet uit, maar neem ze aan): Max Tuinman (stedenbouwkundig), Léon de Lange (meubelmaker), mezelf (architect) en Noël Loozen zelf (filmmaker). Ontwerpen en werken met hergebruik vraagt om een brede kijk : de stedenbouwkundige zoomt uit en relativeert in het groter geheel, de meubelmaker duikt in het detail, de architect bewaakt de samenhang van het geheel. En Noël, die zag een decor voor een toekomstig leven, Houselife.

Beeld REM CHEZ NOËL / Jeroen Musch
Beeld REM CHEZ NOËL / Jeroen Musch

Met tweedehands dak- en vloerbalken, opgekocht uit nu met schuimbeton gerenoveerde arbeiderswoningen, underlayement en OSB van een bouwplaats inrichting, golfplaten van het tijdelijke dak bij de Academie van Bouwkunst, één deur en glasplaten uit een gestript kantoorgebouw, tien afgedankte mastgoten verzaagt om zo alle bouwkundige details te maken, rollagers uit een industrieel faillissement onder de vier meter grote schuifwand en betonplex boeiborden van de bloemenveiling is er geen spaander nieuw.

Enkel niet bouwen zou duurzamer zijn. Een gewaagde uitspraak, maar wel de realiteit. Als je alle bouwmaterialen lokaal oogst, werkt met lokale krachten en enkel handgereedschap, dan zit je goed. Tel daarbij dat het losmaakbaar is en geen bouwmateriaal verloren gaat. Het is een klein project, eens, maar de leercurve is groter door 100 procent circulair te denken in het klein, in plaats van groots te bouwen en slechts een zo hoog mogelijk percentage proberen te bereiken. Klein bouwen als duurzame strategie.

Beeld REM CHEZ NOËL / Jeroen Musch
Beeld REM CHEZ NOËL / Jeroen Musch

Om duurzame maar ook ecologische redenen staat het gebouw los van de grond, zodat het bodemleven zijn weg blijft vinden. Verder kent klein bouwen zelden een stedelijk conflict, dus geen hoogdravende verhalen over stedelijke imbedding. Wat klein zijn wel in zich heeft, is dat het de ruimte laat voor alle leven erom heen, volbouwen lijkt mij ten allen tijde misplaatst. In die zin is het een kleine speldeprik tegen stedelijke densificatie.

(*)REM CHEZ NOËL is een vervolg op MAISON CIRCULAIR, een onderzoek (gesteund door Stimuleringsfonds Creatieve Industrie) waarbij Villa Bordeaux van Rem koolhaas circulair werd vertaald. Om dit te doen draaiden de zaagmachines op volle toeren en werd een onderzoeksmaquette schaal 1 op 25 van de Villa gemaakt. Had in een wereld zonder beton Villa Bordeaux kunnen bestaan? Zo niet, had REM’s gedachtehoed wel kunnen bestaan. REM CHEZ NOËL voert het bewijs, het antwoord is ja.

De redactie van de Architect selecteert elke dag het belangrijkste nieuws. Heb je nieuws dat misschien voor ons interessant is? Mail dan naar redactiedearchitect@vmnmedia.nl.